Voorjaarsnota 2019

Trend

De gemeente heeft vanaf 2019 een loon-, prijs- en subsidie- grondslag van ongeveer € 1,3 miljard. Jaarlijks wordt over dit bedrag in de begroting rekening gehouden met loon-en prijscompensatie om de begroting op peil te houden. Voor de toekomstige jaren wordt een reservering getroffen. Jaarlijks wordt de compensatie bijgesteld, middels voor- en nacalculatie, op basis van de meeste actuele informatie. De prognoses worden gebaseerd op informatie van het Centraal Planbureau (MEV en CEP), (verwachte) CAO-uitkomsten of eigen inzichten (benchmarks). De financiële bijstelling door loon- en prijscompensatie komt er als volgt uit te zien:

Bedragen x € 1.000

incidenteel

structureel

Loon en prijscompensatie (trend)

2019

2020

2019

2020

2021

2022

2023

Nieuwe jaarschijf 2023

0

0

0

0

0

0

-23.399

Inpassing sociaal domein

0

0

-4.516

-9.033

-13.549

-18.065

-22.581

Bijstelling o.b.v. actuele prognose

0

0

-12.044

-19.909

-17.485

-15.008

-12.477

Bijstelling trend

0

0

-16.560

-28.942

-31.034

-33.073

-58.457

De jaarschijf 2023 komt erbij in de nieuwe begroting. De loon- en prijsontwikkelingen voor 2023 wordt als eerste stap bij de actualisatie geraamd. Dit bedraagt € 23,4 mln. voor 2023. Hier tegenover staat de raming voor het accres gemeentefonds 2023, zoals toegelicht in gemeentefonds.

De rijksbijdrage voor het sociaal domein is vanaf 2019 onderdeel van het Gemeentefonds. Deze inpassing (zie gemeentefonds) heeft als gevolg dat het sociaal domein vanaf 2019 ook meeloopt in de bepaling van de benodigde reservering voor loon- en prijsontwikkelingen. Uitgaande van de huidige prognose voor loon- en prijsontwikkeling (gemiddeld ca. 2,2%) betekent dit dat er jaarlijks, bij gelijkblijvende prognoses, een structurele extra reservering nodig is van cumulatief ca. € 4,5 mln., waardoor in 2023 bijna € 23 mln. nodig is. Ook hier tegenover staat de raming voor het accres gemeentefonds.

Tot slot volgt de daadwerkelijke bijstelling op basis van actuele prognoses voor loon- en prijsontwikkeling:

Salarisontwikkeling (lonen)

2019

2020

2021

2022

2023

Begroting 2019-2022

2,20%

2,20%

2,20%

2,20%

2,20%

Actuele prognose

3,00%

2,10%

1,50%

1,50%

1,50%

Bijstelling 

0,80%

-0,10%

-0,70%

-0,70%

-0,70%

Ontw. Werkgeverslasten (lonen)

2019

2020

2021

2022

2023

Begroting 2019-2022

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

Actuele prognose

0,90%

0,70%

0,00%

0,00%

0,00%

Bijstelling 

0,90%

0,70%

0,00%

0,00%

0,00%

Inflatie (prijzen)

2019

2020

2021

2022

2023

Begroting 2019-2022

1,30%

1,30%

1,30%

1,30%

1,30%

Actuele prognose

1,40%

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

Bijstelling 

0,10%

0,20%

0,20%

0,20%

0,20%

De prognose van de loonontwikkeling in 2019 en 2020 is gebaseerd een inschatting van de uitkomst van de Cao-onderhandelingen. Voor de jaren 2021 en verder (dus na de nog af te sluiten CAO) is uitgegaan van het inflatiepercentage: de loonontwikkeling zou immers minimaal de koopkracht op peil moeten houden.

De ontwikkeling van de werkgeverslasten (o.a. pensioenpremies) wordt ingeschat op 0,9% in 2019 en 0,7% in 2020. Deze ontwikkeling wordt altijd achteraf geraamd op basis van de concrete doorrekening van de specifieke Haagse werkgeverslasten. Het belangrijkste verschil wordt veroorzaakt door de ABP-premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen (OP/NP) en lichte stijgingen in de WAO/WIA-premie en de ZVW-premie. De prognose op de prijstrend (inflatie) is op basis van de laatste cijfers van het CPB licht naar boven bijgesteld.

ga terug