Dit is de eerste voorjaarsnota van het zittende college. Deze voorjaarsnota 2019 laat zien wat het financiële kader is van de gemeente Den Haag voor de komende jaren. Dit kader vormt de basis voor de meerjarenbegroting van 2020 tot en met 2023. Uit de cijfers van de afgelopen jaren blijkt dat Den Haag er financieel goed voor staat, maar dat de tijden van grote overschotten achter ons liggen.
Uit de jaarrekening 2018 en dit budgettair kader blijkt dat er een paar grote uitdagingen zijn, voornamelijk door landelijke ontwikkelingen. De belangrijkste zijn de regelingen van de Wmo en de jeugdzorg, én daarnaast verwachten we een lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds. Ook zullen we een aantal negatieve reserves moeten oplossen.
Hierdoor staan we voor een aanzienlijke financiële opgave, waarbij ruimte gevonden moet worden om de tekorten op te lossen én om te blijven investeren in de stad. Cruciaal daarbij is dat we de juiste afwegingen maken om belangrijke zaken in de stad te blijven doen. Het college ziet hiertoe mogelijkheden binnen de gestelde ambities. Het coalitieakkoord geeft daarvoor de kaders. Groei van de stad, Mobiliteit, Duurzaamheid en Iedereen doet mee, zijn hierbij de kernthema’s. Daar wordt momenteel flink aan gewerkt en dat zal, ondanks het voorliggende financiële perspectief, ook zo blijven.
In het verdere traject van de begrotingsvoorbereiding zullen de verschillende financiële opgaven en mogelijke oplossingen tegen elkaar moeten worden afgewogen. Dit zal lastige keuzes met zich meebrengen. De uitkomst van de gemaakte keuzes zal landen in een sluitende ontwerpbegroting 2020-2023, die de raad in september ontvangt.
Rachid Guernaoui
Wethouder Financiën